POMPSHOP Calamiteiten BETONBLOKKEN VOOR DE SHOP

  • De ravage na de brand van het Tamoil-station in Eindhoven was enorm. De vergunninghouder besloot om het station zo snel mogelijk te herbouwen. Publicatie in POMPSHOP OKTOBER 2014.
    De ravage na de brand van het Tamoil-station in Eindhoven was enorm. De vergunninghouder besloot om het station zo snel mogelijk te herbouwen. Publicatie in POMPSHOP OKTOBER 2014.

In Eindhoven ging in augustus een station van Tamoil in vlammen op. De brand  ontstond waarschijnlijk in de shop. De vlammen sloegen al snel over naar een nabij gelegen winkel en naar een flatgebouw. Veel viel er door de brandweer niet meer te redden. Bij Tamoil proberen ze het station inmiddels weer operationeel te krijgen. Herbouw, is de ervaring van het bedrijf, is overigens bewerkelijker dan nieuwbouw.

Voor Piet van Oostrum is het de tweede keer dat hij een dergelijk incident mee maakt. Van Oostrum is hoofd van de technische dienst van Tamoil. “Al tijdens de brand in Eindhoven is het interne calamiteitenplan in werking getreden. De draaiboeken over hoe te handelen rond serieuze, plotselinge gebeurtenissen liggen bij ons klaar. In de dertig jaar dat ik bij Tamoil werk, is dit de tweede keer dat we zoiets als in Eindhoven met elkaar mee maken.” De brand brak ’s nachts uit, het tankstation was gesloten. “Zo snel mogelijk na de gebeurtenissen zijn we in overleg getreden met verzekeraars, met de gemeente en de verhuurder om de herbouw zo snel mogelijk van start te kunnen laten gaan. De verhuurder is tevens de vergunninghouder voor het station op deze locatie. Hij heeft gekozen voor herbouw.” Om ook echt met herbouw te kunnen beginnen, werd eerst het terrein opgeruimd. Daarna begon de herbouw van de luifel en vervolgens van de shop. De tankinstallatie is volgens Van Oostrum zodanig ontworpen dat er op ‘geen enkel moment tijdens de brand’ gevaar is geweest dat de ondergronds aanwezige brandstof vlam zou kunnen vatten. De pompeilanden en de vloeistofdichte vloer worden als onderdeel van de herbouw onderzocht of ze nog voldoen aan de wettelijke eisen.

 

HERBOUW VAN EEN TANKSTATION BEWERKELIJKER DAN NIEUWBOUW

Van Oostrum noemt herbouw van een tankstation ‘bewerkelijker dan nieuwbouw’. “Het vergunningentraject is bijvoorbeeld veel uitgebreider dan voor een nieuwbouwproject. Je hebt bijvoorbeeld een sloopvergunning nodig, een omgevingsvergunning en een bouwvergunning. Wanneer we van de gemeente Eindhoven maximale medewerking krijgen om aan alle formaliteiten te kunnen voldoen, dan is het tankstation medio volgend jaar weer operationeel. Het hangt van de aard van het incident af, hoe snel een station weer ingezet kan worden. De gevolgen van een brand zijn van een andere aard, dan een botsing van een vrachtwagen tegen de luifel. In alle gevallen is voor ons snelheid geboden. Elke dag dat een tankstation gedwongen gesloten is, wordt er immers geen omzet gegenereerd.”

PREVENTIE

Van Oostrum maakt een punt van preventie. “Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Op locaties geldt bijvoorbeeld een rookverbod op het voorterrein, op alle locaties zijn er blusmiddelen voorhanden en is de tankinstallatie voorzien van detectiemiddelen om tijdig in te kunnen grijpen in processen die dreigen te ontsporen. Medewerkers op de stations worden bovendien met regelmaat getraind om op tijd en met de nodige kundigheid te kunnen handelen als situaties uit de hand lijken te lopen. Verder is regelmatig en ook deskundig onderhoud van elektrische apparatuur van belang”, vindt hij.


STRIKTE PROCEDURES
Een actueel veiligheidsbeleid, daar maken ze bij Total ook een punt van. Volgens Total-woordvoerder Jan Willem den Boer heeft ‘veiligheid’ bij het bedrijf zelfs de ‘hoogste prioriteit’. “Total voert een beleid met scherpe veiligheidsmaatregelen en strikte procedures. Een aantal jaren geleden is het veiligheidsbeleid verder aangescherpt. Directe aanleiding was een incident op 31 augustis 2008 op het station Total Oudegein aan de A2. Op die dag reed een personenbusje met hoge snelheid de shop van het station binnen. Hierop volgde een explosie waarna de winkel in korte tijd volledig in vlammen op ging. Hierbij kwam een bezoeker om het leven. Mede door dit ongeval zijn door de overheid en ook door Total preventieve maatregelen afgekondigd. Er werden bijvoorbeeld extra brandmelders geïnstalleerd, er werden betonblokken geplaatst voor de ingang van shops en op aanrijdroutes werden snelheidsverlagende drempels aangelegd.”


WERKOVERLEG
Medewerkers van tankstations volgen de wettelijk verplichte EWV-training. Den Boer: “In deze cursus wordt er onder andere geoefend met het blussen van beginnende branden. Op onze stations gebruiken we bovendien ‘noodklappers’, documentatie met tips en met de te nemen maatregelen. We voeren vanuit onze organisatie regelmatig controles uit om de de parate kennis te testen. Daarnaast wordt er elk station meerdere malen per jaar de brandblussers gecontroleerd. Tijdens het werkoverleg wordt er als vast onderdeel van de besprekingen gesproken over veiligheid op het station. Verder wordt er op elk Total-tankstation jaarlijks een evacuatieoefening gehouden en wordt er op het station geoefend in het onder controle krijgen van een crisis. Ook belangrijk vinden we de uitwisseling van kennis en ervaringen op (brand)veiligheidsgebied met Total-filialen uit landen om ons heen. Total kent verder in internationaal verband een communicatieprotocol over ‘return on experiences’. Hierbij communiceren betrokkenen over oorzaakanalyses, gemaakt na ongevallen. Zo trekt Total internationaal lering uit ervaringen, opgedaan binnen de gehele organisatie.”
Shell laat de organisatie van het herstel na een serieus incident op een van de stations voor een belangrijk deel afhangen van de situatie. “In geval van schade aan een tankstation”, stelt zegsman Thijs van Velzen van Shell, “wordt er per incident bekeken wat er nodig is om een tanklocatie meet shop weer zo snel mogelijk in bedrijf te kunnen nemen.”


PREVENTIEBELEID
Om brand op een tanklocatie te voorkomen, voert Shell volgens Van Velzen een stevig preventiebeleid. “Op alle stations gelden vanzelfsprekend strikte voorschriften die moeten voorkomen dat er brand kan ontstaan. Er geldt bijvoorbeeld een algemeen rookverbod, er zijn hittesensoren aangebracht in pompen bij onbemande aflevering, afvalbakken kennen vlamdovende deksels en op de locaties zijn de juiste blusmiddelen voor handen, om er een paar te noemen. Er wordt maximale aandacht gegeven aan het ontwerp en de inrichting van brandstofinstallaties. Alle systemen zijn zodanig ontworpen dat incidenten niet van invloed zijn op de ondergrondse opslag. De pompen maken bijvoorbeeld gebruik van zuigleidingen, zodat in het geval er een voertuig tegen een pomp aanrijdt het praktisch uitgesloten is dat de pomp grote hoeveelheden brandstof aanvoert. Medewerkers zijn uiteraard getraind in het juist handelen in geval van brand. Trainingen die bovendien elke twee jaar worden herhaald. Belangrijk op te merken is dat de enkele incidenten die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan geen verband hielden met de kernactiviteit van de stations, het leveren van brandstoffen. Incidenten waren het gevolg van defecten aan koelapparatuur en aan een defecte frituurinstallatie.”